blog 36

Testosteron bij vrouwen met PCOS – deel 2

Om PCOS goed te begrijpen en zeker ook om te weten waarom je bepaalde aanpassingen gaat doorvoeren ter vermindering van je klachten, helpt het om inzicht te krijgen in hoe je hormonen werken.

blog 36

Ik heb eerder een blog gewijd aan de normale werking van het menstruatiecyclus en ik schreef ook over insulineresistentie en bijnieruitputting. Deze laatste twee verschijnselen hebben veel invloed op de wisselwerking tussen je hormonen: ook bij mensen zonder PCOS. Het kan bij iedereen ontstaan en ook juist een aanleiding zijn voor PCOS in plaats van een gevolg.

In mijn blog van vorige week heb ik al het een en ander uitgelegd over het hormoon testosteron en de werking ervan op het lichaam. In dit artikel ga ik verder in op de wisselwerking tussen testosteron en andere hormonen bij een gezond lichaam, om vervolgens de samenhang met PCOS meer te gaan begrijpen. De samenwerking en balans tussen testosteron en deze twee hormonen zijn van grote invloed op de andere processen in je lichaam.

Het metabolisme – de energiehuishouding

Allereerst is het belangrijk om te weten hoe onze energiehuishouding in grote lijnen werkt. Energie wordt verkregen door de wisselwerking tussen het katabolisme en het anabolisme.

Anabolisme zorgt ervoor dat energie wordt opgeslagen en kost dus energie. Het zorgt voor spieropbouw en vetopslag en door het anabolisme krijgt je lichaam weer volle energievoorraden. Dit proces wordt aangezet door testosteron en vindt plaats tijdens rust.

Katabolisme zorgt ervoor dat de energie die aanwezig is in je lichaam vrij komt zodat je het kan gebruiken: vet wordt omgezet in energie en de energie in je spieren wordt benut. Dit proces wordt aangezet door cortisol en vindt plaats tijdens en vlak voor actie(1).

De wisselwerking tussen testosteron en cortisol

Testosteron en cortisol hebben veel met elkaar te maken en samen zorgen ze voor een goede energiehuishouding. Beiden zijn eindproducten van de hormonen die de bijnier afscheid – deze hormonen kennen verschillende stadia. Ieder stadium kent een andere naam, zie hiervoor de afbeelding van mijn vorige post en de afbeelding van deze post.

In stressperiodes maakt het lichaam veel plaats voor de aanmaak van cortisol: het katabole systeem wordt voornamelijk geactiveerd. Gedurende deze periode is er geen ruimte voor het anabole proces: testosteron is minder belangrijk dan cortisol – want stresssituaties zijn oorspronkelijk zaken van leven of dood. Testosteron is gelinkt aan de voortplanting, wat ondergeschikt is aan overleven. Teveel stress leidt dus in principe tot lagere testosteronwaardes(2).

De wisselwerking tussen testosteron en oestrogeen

Testosteron en oestrogeen hebben ook met elkaar te maken.
Oestrogeen wordt door follikelcellen afgegeven gedurende de menstruatiecyclus. In de eerste helft van de cyclus worden follikelcellen gestimuleerd door FSH en LH en hierdoor neemt het oestrogeengehalte in het bloed toe.
hiernaast wordt oestrogeen ook gevormd in vetcellen. Zie hiervoor de afbeelding: de bijnieren zorgen voor de aanmaak van geslachtshormoon testosteron, en door het enzym aromatase kan dit omgezet worden in oestrogeen.  Dit proces wordt aromatisering genoemd en het enzym aromatase is te vinden in vetcellen. Hoe meer vetcellen, hoe meer testosteron er door dit enzym wordt omgezet naar oestrogeen. Daarnaast zorgen oestrogenen voor extra vetopslag: wat weer leidt tot meer aromatisering, enzovoort.

Hoe minder testosteron, hoe meer oestrogenen (in verhouding). Als er dus sprake is van stress(cortisol), wat testosteron verlaagd, neemt de kracht van oestrogeen toe en blijft de negatieve cirkel in stand.
Ook verlaagd stress de hoeveelheid progesteron. Onder invloed van stress wordt progesteron omgezet in 17-OH progesteron en vervolgens verder in het systeem verwerkt tot cortisol én oestrogeen.  Deze indirecte relatie tussen deze hormonen lijkt op lange termijn te kunnen leiden tot oestrogeendominantie(3). Oestrogeendominantie brengt schommelingen in het menstruatiecyclus teweeg, met vele symptomen die hierbij komen kijken.

Andere oorzaken van verhoogde oestrogeenwaardes zijn oestrogenen uit voeding; zogenaamde Xeno en Fyto-oestrogenen. Dit zijn stoffen die lijken op oestrogenen en ook eenzelfde, lichtere, reactie geven in het lichaam.

Hoe zit het dan met PCOS?

Vrouwen met PCOS hebben over het algemeen geen lage testosteronwaardes, zoals ik in mijn vorige blog ook schreef.
Bij PCOS blijft de eisprong gedeeltelijk of volledig uit. Hier gaat het lichaam op reageren: het merkt dat er geen eisprong plaats vindt en het laat de hypofyse nog meer LH aanmaken om de follikels te laten rijpen. Hierdoor neemt de hoeveelheid oestrogeen én testosteron toe. Samen met insulineresistentie (dat ook de aanmaak van testosteron via de eierstokken stimuleert) kan testosteron dus flink toenemen, met nog meer hormonale disbalansen tot gevolg(4).
Opvallend is dat er sprake kan zijn van oestrogeendominantie én verhoogde testosteronwaardes: iets wat elkaar normaal tegenwerkt.

In mijn vorige blog schreef ik over de SHBG waardes in het bloed, het eiwit dat zich aan vrij testosteron bindt en het inactief maakt. Verhoogd cortisol en insulineresistentie verlagen deze SHBG waardes, waardoor vrij testosteron in grotere mate in het bloed aanwezig én actief kan zijn(5).
Stress heeft dus mogelijk via twee kanten invloed op PCOS: het verhoogd het effect van vrij testosteron en het verhoogd de kans op oestrogeendominantie.

Conclusie

Door de disbalansen van PCOS te begrijpen, kan je inzien op welke manier je meer grip hierop krijgt.

– Oestrogeendominantie werkt PCOS tegen: het verlagen van je vetpercentage helpt
– Cortisol werkt PCOS in de hand door testosteron en progesteron te verlagen en oestrogeen te verhogen: stress verminderen (mentaal en fysiek) brengt meer hormoonbalans
– Insulineresistentie tegengaan om zo SHBG waardes te verhogen, verlaagd vrij testosteron en zorgt voor meer hormoonbalans.

Deel dit artikel:

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor mijn e-maillijst.