lever orgaanoverzicht

Dit had ik willen weten toen ik de diagnose PCOS kreeg

Methylering, het essentiële proces voor hormonaal balans
Geschreven voor PCOS Platform

Een ontzettend belangrijk lichamelijk proces is de zogenaamde ‘methylering’ of ‘methylatie’.
Ik weet nog dat ik hier voor de 1e keer mee in aanraking kwam en gewoon niet kon begrijpen wat dit betekende. In deze blog neem ik je mee in wat je hiervan moet weten om je PCOS klachten te verminderen in zo begrijpelijk mogelijke taal.

In je lichaam werkt jouw lever dag en nacht om vele stofwisselingsprocessen in gang te houden. Het werkt als een soort vuilstort: als je hier met je aanhangwagen vol troep heen rijdt, dien je dit te sorteren in verschillende bakken. Zo ook met je lever: alle soorten stoffen in je lichaam worden verwerkt in verschillende ‘vuilstortbakken’. Alleen heten die bakken net wat anders.

Er zijn zes bakken:

  1. Glutationconjugatie
  2. Acetylering
  3. Methylering
  4. Glucuronidatie
  5. Sulfatie
  6. Glycinatie

Al deze bakken verwerken andere stoffen.
Voordat de lever de stoffen in de juiste bakken kan gaan verwerken, is er voorbereiding nodig. Net zoals je voordat je bij de vuilstort bent eerst al het vuil moet verzamelen in je aanhangwagen, geldt dit ook voor de lever in zijn functie.

De zes bakken zijn namelijk te vinden in fase 2 van de zogenaamde ‘leverontgifting’. De voorbereiding in fase 1 gaat hier nog aan vooraf. Samen zorgen fase 1 en 2 ervoor dat schadelijke, vetoplosbare stoffen worden omgezet tot wateroplosbare stoffen, die vervolgens via de galblaas of nieren kunnen worden uitgescheiden via ontlasting en urine.

Fase 1 is het voorbereiden op de verdeling in de verschillende bakken. Hierbij helpt een familie aan enzymen, de zogenaamde cytochroom P450 iso-enzymen (CYP enzymen). Zie deze familie als je eigen familie die je helpt de aanhangwagen naar de vuilstort te vullen. De activiteit en capaciteit van deze CYP enzymen kan verschillen, dit is erfelijk bepaald(genetisch). Daarnaast wordt de effectiviteit van deze enzymen beïnvloed door omgevingsfactoren(epigenetisch)(1). Een verminderde effectiviteit kan ervoor zorgen dat essentiële stoffen om de verwerking van de bakken in fase 2 goed te laten verlopen onvoldoende aanwezig zijn. De bakken in fase 2 hebben namelijk allemaal cofactoren nodig om goed te kunnen werken, en hiervoor zijn ze afhankelijk van de inname via voeding en de werking van fase 1 van de lever.

Met cofactoren bedoel ik hulpstoffen die omzettingsprocessen in het lichaam mogelijk maken. Zonder deze cofactoren vindt er geen omzetting plaats van bijvoorbeeld de afbraak van een hormoon naar een afvalstof of de afbraak van voedsel naar werkzame stoffen. 

Tussen fase 1 en fase 2 in bevindt zich een soort tussenfase. Zie dit als de autorit tussen je huis en de vuilstort. Deze tussenfase is nodig om van fase 1 naar fase 2 te gaan, maar deze tussenfase is ook kwetsbaar. Er kan onderweg in de auto van alles gebeuren en je wilt niet met een aanhanger vol afval in verkeersopstoppingen terecht komen, maar rustig zonder omwegen doorrijden.

Zo ook in de lever. De afvalstoffen die fase 1 door zijn wil je niet te lang laten wachten tot fase 2 ermee aan de slag gaat. Deze stoffen zijn namelijk ontzettend oxidatief: het zijn door de behandeling van fase 1 vrije radicalen geworden die de weefsels in je lichaam beschadigen als ze in die tussenfase blijven hangen.

Goed: voor zover een klein stukje inzicht over de lever.

Waarom is dit relevant?

De hormonale disbalans die vrouwen met PCOS ervaren, komen vaak door een verminderd vermogen van het lichaam om hormonen af te breken. De lever is bijna altijd onvoldoende in staat alle stoffen goed om te zetten die nodig zijn voor een goede vruchtbaarheid en regelmatige cyclus. Vooral de bak ‘methylering’ speelt hierbij een grote rol.

PCOS en methylering

De methylering is de bak waar onder andere medicijnen, zware metalen, histamine, hormonen, oestrogeen, dopamine, milieu toxinen en andere hormoon-verstorende stoffen belanden. En daar heeft het vaak een dagtaak aan (zeker met de steeds toenemende milieubelasting in Nederland(2), de constante dopamineprikkel die we krijgen door drukke levens en mobiele telefoons(3) en de toenemende allergieën(4)).

Methylering is een gecontroleerde overdracht van een methylroep op eiwitten, aminozuren, enzymen en DNA. Dit proces ligt aan de basis van onze gezondheid, welzijn en levensduur en een verstoring kan allerleis soorten ziekten geven.

Een nadeel van tragere methylering is dat oestrogeendominantie kan ontstaan en dat klachten zoals premenstrueel syndroom(PMS), hevig menstrueel bloedverlies, pijnlijke menstruaties, menstruele migraine, myomen en endometriose sneller kunnen optreden. Tragere methylering kan ook leiden tot psychische klachten, stress, AD(H)D, neerslachtigheid(5).

Er wordt steeds meer bewijs gevonden dat de capaciteit van je lever om te methyleren samenhangt met het ontstaan van PCOS. Methylering is betrokken bij het tegengaan van ontstekingen (PCOS heeft ook een bewezen link met laaggradige ontstekingen in het lichaam(6), het omzetten van hormonen en het goed functioneren van je glucose- en vetverbranding(en daarmee insulineresistentie)(7).

Voor het goed werken van de methylering zijn cofactoren nodig zoals B12, foliumzuur, magnesium, TMG, zink en methionine. Deze dienen beschikbaar te worden door voldoende inname en opname uit de voeding en een goede verwerking in de Fase 1 leverontgifting.

Een aantal CYP enzymen zijn extra relevant voor een goede methylering. zo heeft MTHFR (C677T) een effect op de beschikbaarheid van foliumzuur en ook bij COMT-mutaties worden verbanden gezien met hormonaal balans (en dan met name de afbraak van oestrogenen). Vrouwen met PCOS hebben aantoonbaar vaker afwijkingen in deze CYP enzymen. Cyp3a4 werkt ook op de de-activatie van testosteron en het metabolisme estradiol en progesteron en cortisol wat ook gerelateerd is aan PCOS.

Het vernuftige lichaam

Als je lichaam moeite heeft met de methylering, kan het gebruik maken van een ‘sluiproute’ via twee andere bakken in de lever, de sulfatie en glucuronidatie. Deze bakken zullen ter ondersteuning van de methylatie een aantal van de (gif)stoffen en hormonen omzetten en afbreken. Echter werken sulfatie en glucuronidatie op een andere manier. Methylering bindt een methylgroep, glucuronidatie bindt glucuronzuur en sulfatie bindt zwavel. Als deze bakken worden bekrachtigd kan het lichaam toch in staat zijn om bepaalde genetische polymorfismes(afwijkingen) heen te werken en gezondheid en hormonaal balans verwerven.

Wat kan je zelf doen?

Er zijn een aantal dingen die je zelf kan doen:

  1. Het is interessant te achterhalen of jouw methylering goed werkt.
    Dit kan je doen door het meten van je homocysteïne-waarde. Deze waarde stijgt als je methylering niet voldoende functioneert.

Ook kan je een oestrogeenmetabolietentest uitvoeren om inzicht te krijgen of jouw oestrogenen afbreken naar de juiste vorm (zo niet, kan het zijn dat je een COMT polymorfisme hebt).

Daarnaast kan je onderzoeken of je voldoende B12, foliumzuur, magnesium, TMG, zink en methionine binnen krijgt én op de juiste manier opneemt. Doe dit in samenwerking met een specialist die weet hoe je betrouwbare resultaten verwerft.
Stoffen die zogenaamde ‘methyldonoren’ met zich mee brengen stimuleren de methylering.

(B12 testen bij de huisarts geeft bijvoorbeeld een vertekenend beeld als je al b12 in een supplement gebruikt. Het liefst test je B12 door een aantal testmethodes te combineren om dit echt zeker te weten.)

  1. Natuurlijk kan je ook DNA onderzoek laten doen gericht op de CYP enzymen. Dit blijft je leven lang vast staan en geeft direct inzicht in de capaciteit van je methylering (en vele andere ontgiftings-processen in je lichaam). Ook geeft het inzicht in de verwerkingscapaciteit van je lever bij gebruik van medicatie en supplementen. Daarnaast zijn er veel voedingsinterventies die remmend of stimulerend werken op de bepaalde CYP enzymen: handig als je weet waar jij op kan gaan letten.
  1. Naast de onderzoeken kan je preventief of ter ondersteuning de methylering een boost geven door het opzoeken van ondersteunende voedingsmiddelen of supplementen – dit laatste altijd in overleg met een orthomoleculair specialist.

Voedingsbronnen die de methylering kracht bij zetten:

linzen, noten, vis, kidney bonen, mungbonen, wilde rijst, quinoa, zaden(chiazaad, hennepzaad, sesamzaad, zonnebloempitten, pompoenpitten), algen,

gekiemde groenten (zoals alfalfa), avocado, oesters, peulvruchten, ei, uien, knoflook, gevogelte, broccoli, koolsoorten, witlof, bladgroenten en asperges(8,9)

  1. Ondersteun de sulfatie door veel zwavelhoudende voeding te eten zoals ui, knoflook, prei, bieslook, daslook, asperge, eieren en koolsoorten. Ook de glucuronidatie kan je ondersteunen door kombucha(thee) of calcium-d-glucaraat.
  1. Zorg dat je zo min mogelijk gifstoffen binnen krijgt zodat je lever wordt ontlast. Dit kan door het vermijden van hormoon-verstorende stoffen. Denk hierbij aan gifstoffen, xeno-oestrogenen, hormoonpreparaten, de anticonceptiepil, gifstoffen uit drinkwater of voeding of milieu, parabenen uit verzorgingsproducten, conserveringsmiddelen, kwik uit vis, enz.).

Je kunt ook inzetten op het verbeteren van de capaciteit van de fase 1 ontgifting door hiervoor voldoende cofactoren binnen te krijgen en remmende factoren te mijden. Wees hier echter voorzichtig: als fase 1 heel snel gaat werken en fase 2 achterblijft, blijven er na fase 1 meer zeer oxidatieve stoffen langer hangen in de ‘tussenfase’(de weg tussen thuis en de vuilstort). Dit doet meer kwaad dan goed en wil je zeker voorkomen. Sowieso helpt het genoeg antioxidanten binnen te krijgen om de schade van oxidatieve vrije radicalen te beperken.

Zoals reeds genoemd is het raadzaam in overleg te treden met een specialist omtrent het verbeteren van je methylering als je een op maat gemaakt advies wilt en wilt ervaren of bepaalde suppletie en specifieke voedingsadviezen voor jou van meerwaarde zijn om je PCOS klachten te verminderen.

Deel dit artikel:

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor mijn e-maillijst.

blog 36

Testosteron bij vrouwen met PCOS – deel 2

Om PCOS goed te begrijpen en zeker ook om te weten waarom je bepaalde aanpassingen gaat doorvoeren ter vermindering van je klachten, helpt het om inzicht te krijgen in hoe je hormonen werken.

blog 36

Ik heb eerder een blog gewijd aan de normale werking van het menstruatiecyclus en ik schreef ook over insulineresistentie en bijnieruitputting. Deze laatste twee verschijnselen hebben veel invloed op de wisselwerking tussen je hormonen: ook bij mensen zonder PCOS. Het kan bij iedereen ontstaan en ook juist een aanleiding zijn voor PCOS in plaats van een gevolg.

In mijn blog van vorige week heb ik al het een en ander uitgelegd over het hormoon testosteron en de werking ervan op het lichaam. In dit artikel ga ik verder in op de wisselwerking tussen testosteron en andere hormonen bij een gezond lichaam, om vervolgens de samenhang met PCOS meer te gaan begrijpen. De samenwerking en balans tussen testosteron en deze twee hormonen zijn van grote invloed op de andere processen in je lichaam.

Het metabolisme – de energiehuishouding

Allereerst is het belangrijk om te weten hoe onze energiehuishouding in grote lijnen werkt. Energie wordt verkregen door de wisselwerking tussen het katabolisme en het anabolisme.

Anabolisme zorgt ervoor dat energie wordt opgeslagen en kost dus energie. Het zorgt voor spieropbouw en vetopslag en door het anabolisme krijgt je lichaam weer volle energievoorraden. Dit proces wordt aangezet door testosteron en vindt plaats tijdens rust.

Katabolisme zorgt ervoor dat de energie die aanwezig is in je lichaam vrij komt zodat je het kan gebruiken: vet wordt omgezet in energie en de energie in je spieren wordt benut. Dit proces wordt aangezet door cortisol en vindt plaats tijdens en vlak voor actie(1).

De wisselwerking tussen testosteron en cortisol

Testosteron en cortisol hebben veel met elkaar te maken en samen zorgen ze voor een goede energiehuishouding. Beiden zijn eindproducten van de hormonen die de bijnier afscheid – deze hormonen kennen verschillende stadia. Ieder stadium kent een andere naam, zie hiervoor de afbeelding van mijn vorige post en de afbeelding van deze post.

In stressperiodes maakt het lichaam veel plaats voor de aanmaak van cortisol: het katabole systeem wordt voornamelijk geactiveerd. Gedurende deze periode is er geen ruimte voor het anabole proces: testosteron is minder belangrijk dan cortisol – want stresssituaties zijn oorspronkelijk zaken van leven of dood. Testosteron is gelinkt aan de voortplanting, wat ondergeschikt is aan overleven. Teveel stress leidt dus in principe tot lagere testosteronwaardes(2).

De wisselwerking tussen testosteron en oestrogeen

Testosteron en oestrogeen hebben ook met elkaar te maken.
Oestrogeen wordt door follikelcellen afgegeven gedurende de menstruatiecyclus. In de eerste helft van de cyclus worden follikelcellen gestimuleerd door FSH en LH en hierdoor neemt het oestrogeengehalte in het bloed toe.
hiernaast wordt oestrogeen ook gevormd in vetcellen. Zie hiervoor de afbeelding: de bijnieren zorgen voor de aanmaak van geslachtshormoon testosteron, en door het enzym aromatase kan dit omgezet worden in oestrogeen.  Dit proces wordt aromatisering genoemd en het enzym aromatase is te vinden in vetcellen. Hoe meer vetcellen, hoe meer testosteron er door dit enzym wordt omgezet naar oestrogeen. Daarnaast zorgen oestrogenen voor extra vetopslag: wat weer leidt tot meer aromatisering, enzovoort.

Hoe minder testosteron, hoe meer oestrogenen (in verhouding). Als er dus sprake is van stress(cortisol), wat testosteron verlaagd, neemt de kracht van oestrogeen toe en blijft de negatieve cirkel in stand.
Ook verlaagd stress de hoeveelheid progesteron. Onder invloed van stress wordt progesteron omgezet in 17-OH progesteron en vervolgens verder in het systeem verwerkt tot cortisol én oestrogeen.  Deze indirecte relatie tussen deze hormonen lijkt op lange termijn te kunnen leiden tot oestrogeendominantie(3). Oestrogeendominantie brengt schommelingen in het menstruatiecyclus teweeg, met vele symptomen die hierbij komen kijken.

Andere oorzaken van verhoogde oestrogeenwaardes zijn oestrogenen uit voeding; zogenaamde Xeno en Fyto-oestrogenen. Dit zijn stoffen die lijken op oestrogenen en ook eenzelfde, lichtere, reactie geven in het lichaam.

Hoe zit het dan met PCOS?

Vrouwen met PCOS hebben over het algemeen geen lage testosteronwaardes, zoals ik in mijn vorige blog ook schreef.
Bij PCOS blijft de eisprong gedeeltelijk of volledig uit. Hier gaat het lichaam op reageren: het merkt dat er geen eisprong plaats vindt en het laat de hypofyse nog meer LH aanmaken om de follikels te laten rijpen. Hierdoor neemt de hoeveelheid oestrogeen én testosteron toe. Samen met insulineresistentie (dat ook de aanmaak van testosteron via de eierstokken stimuleert) kan testosteron dus flink toenemen, met nog meer hormonale disbalansen tot gevolg(4).
Opvallend is dat er sprake kan zijn van oestrogeendominantie én verhoogde testosteronwaardes: iets wat elkaar normaal tegenwerkt.

In mijn vorige blog schreef ik over de SHBG waardes in het bloed, het eiwit dat zich aan vrij testosteron bindt en het inactief maakt. Verhoogd cortisol en insulineresistentie verlagen deze SHBG waardes, waardoor vrij testosteron in grotere mate in het bloed aanwezig én actief kan zijn(5).
Stress heeft dus mogelijk via twee kanten invloed op PCOS: het verhoogd het effect van vrij testosteron en het verhoogd de kans op oestrogeendominantie.

Conclusie

Door de disbalansen van PCOS te begrijpen, kan je inzien op welke manier je meer grip hierop krijgt.

– Oestrogeendominantie werkt PCOS tegen: het verlagen van je vetpercentage helpt
– Cortisol werkt PCOS in de hand door testosteron en progesteron te verlagen en oestrogeen te verhogen: stress verminderen (mentaal en fysiek) brengt meer hormoonbalans
– Insulineresistentie tegengaan om zo SHBG waardes te verhogen, verlaagd vrij testosteron en zorgt voor meer hormoonbalans.

Deel dit artikel:

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor mijn e-maillijst.

blog 35 foto

Testosteron bij vrouwen met PCOS

Naar aanleiding van mijn vorige blog kreeg ik vragen over de werking van Testosteron en hoe je dit nog meer kunt beïnvloeden. Om wat duidelijkheid hierover te krijgen, ga ik er in dit artikel dieper op in.

blog 35 foto

Wat is testosteron?

Testosteron is het mannelijk geslachtshormoon en één van de vele hormonen in het menselijk lichaam. Hormonen worden door het bloed vervoerd en hormoonwaardes zijn dus ook door bloedonderzoek te meten. Iedereen heeft testosteron, man én vrouw. Het hormoon bepaalt in de embryo-fase al of iemand zich ontwikkeld als man of als vrouw. In het verdere leven heeft het invloed op de ontwikkeling van de geslachtsorganen en geslachtskenmerken zoals bijvoorbeeld schaamhaar.  Daarnaast heeft het invloed op (onder andere) het libido, humeur, energiehuishouding en spieropbouw. Het is van invloed op talgproductie (de bekende jeugdpuisten hebben hier een link mee) en kan ervoor zorgen dat iemand kaal wordt.

Testosteron bij mannen

Testosteron wordt voornamelijk in de geslachtsklieren van de man aangemaakt, tot zo’n 70%. 30% wordt in de bijnieren gemaakt. In totaal zo’n 7 mg/dag.
Veel mannen willen meer genieten van de voordelen van testosteron, zoals meer spiermassa en meer algehele ‘mannelijkheid’. Hoe een man op een natuurlijke manier zijn testosteronwaardes kan optimaliseren of verhogen, staat veel over geschreven op internet: zoals het doen van intensieve krachttraining, eten van gezonde vetten (omega 3) en vooral ook te kijken naar de gehele levensstijl – testosteronwaardes zijn een product van alle factoren in jouw leven en voedingspatroon. Als je hier meer over wilt lezen raad ik je aan even te Googlen. O.a. Jesse van der Velde en Ralph Moorman hebben er informatieve stukken over geschreven.

Testosteron bij vrouwen

Bij volwassen vrouwen wordt testosteron ook aangemaakt door de bijnieren, ongeveer voor 50%. De overige 50% wordt door de vrouwelijke geslachtsklieren (de eierstokken dus) geproduceerd, in totaal zo’n 1 á 2 mg/dag. Bij onvolwassen vrouwen wordt er verhoudingsgewijs meer testosteron aangemaakt door de bijnieren(1).

Op internet wordt je overspoelt met informatie voor mensen die hun testosteron willen verhogen. Lage testosteronwaardes bij vrouwen komt vaak voor en kan leiden tot klachten zoals verminderd libido, moeite met afvallen, menstruatieklachten en vermoeidheid. Vaak is de oorzaak niet per sé een te lage hoeveelheid testosteron, maar een te hoge hoeveelheid oestrogeen (oestrogeendominantie). Oestrogenen overheersen dan het hormonale systeem.

Hoe werkt testosteron?

Testosteron is opgebouwd uit vetten. Het wordt in het bloed gebonden aan verschillende eiwitten: 2 tot 3% van het testosteron is vrij in het bloed aanwezig. Een percentage van 20 tot 40% van het testosteron is gebonden aan albumine (eiwit) en 60 tot 80% van het testosteron is zeer vast verbonden met het zogenaamde Sex Hormone-Binding Globulin (SHBG)(2).
De gebonden testosteron wordt inactief door het bloed vervoerd voor andere functies in het lichaam.

Het vrije testosteron neemt alle bekende symptomen met zich mee. Veel bodybuilders willen een zo hoog mogelijke hoeveelheid vrije testosteron, omdat dit de hoeveelheid spiermassa kan bevorderen. De anabole steroïden beïnvloeden het binden van het testosteron met de Albumine en SHBG, zodat er een hoger percentage vrij in het bloed blijft en spiergroei bevorderd. Echter, gezond is deze optie niet en er zijn natuurlijke manieren om de hoeveelheid vrij testosteron te verhogen(3). 

Testosteron wordt gemaakt van cholesterol. Dit wordt in meerdere stappen omgezet, met behulp van bepaalde enzymen (hulpeiwitten). Deze enzymen zijn nodig om de ene stof in de andere stof om te kunnen zetten. Zie hiervoor de afbeelding: de enzymen zijn in een wit lettertype afgebeeld.
Voor een goede testosteronhuishouding (en ook aldosteron en cortisol) dienen deze enzymen allemaal voldoende aanwezig te zijn(4). Bij gebrek of overschot van een van de enzymen kunnen voorlopende stoffen ophopen en hierdoor kunnen de hoeveelheden aldosteron, cortisol en testosteron uit balans raken met geslachtsproblemen tot gevolg.
Opvallend: bij onvoldoende aanwezigheid van het enzym CYP21 (21-hydroxylasedeficiëntie) ontstaan klachten die overeenkomen met PCOS zoals acné, onregelmatige cyclussen en overbeharing(5).

Hoe werken receptoren en waarom zijn ze belangrijk?

Het effect van de hoeveelheid vrije testosteron in het bloed vind pas plaats als het opgevangen wordt door receptoren van bepaalde doelcellen. Als een receptor het testosteron opvangt, komt de testosteron bij het DNA van die cel aan en kan het zijn werk gaan doen. Echter, de gevoeligheid van deze receptoren is van grote invloed op het effect van het ronddwarrelende testosteron. Anders gezegd: als er bijvoorbeeld veel mensen om jouw huis heen lopen, kun je niet met ze in contact komen voordat je de deur open doet. De deur staat gelijk aan de receptor: als de deur op slot zit of moeilijk open gaat, blijven de mensen om je huis heen wandelen of blijft de testosteron dus om de cel heen bewegen. De gevoeligheid van de receptoren waar testosteron op past (of omgezet DHT, zie afbeelding) is afhankelijk van het aminozuur glutamine. De hoeveelheid glutamine-moleculen op deze receptoren bepaald in welke mate testosteron toegelaten wordt in de cel. Als dit er zo’n 11 zijn, wordt testosteron makkelijk toegelaten. Als het er zo’n 30 zijn, wordt testosteron nagenoeg niet toegelaten en bij 40 is er een complete ongevoeligheid voor het hormoon.

Testosteron bij vrouwen met PCOS

PCOS (en andere stoornissen in vruchtbaarheid maar ook in gedrag) kan samenhangen met de lage aantallen glutaminemoleculen aan de receptoren die testosteron opnemen. Er hoeft dan niet per sé veel testosteron in het bloed aanwezig te zijn, maar de gevoeligheid en de mate van opname is dan hoog. Dezelfde hoeveelheid testosteron als bij een gezonde vrouw kan dan bij een vrouw met PCOS voor problemen zorgen.

Toch zijn er ook veel vrouwen met PCOS die weldegelijk hogere testosteronwaardes hebben.  De oorzaak hiervan is niet geheel bekend, maar het komt veelal voort uit de eierstokken: die maken teveel testosteron aan. Vermoed wordt dat de insulineresistentie waar veel vrouwen met PCOS mee kampen, een aanleiding is voor deze overproductie. Omgekeerd zijn hoge testosteronwaardes van invloed op de mate waarop je last hebt van insulineresistentie. Er is sprake van een kip en het ei verhaal: wat precies de oorzaak en het gevolg is, is nog niet duidelijk.

CONCLUSIE

Uit de tekst kunnen verschillende conclusies worden getrokken:

– Hoe hoger de SHGB en Albumine waardes zijn, hoe minder vrij testosteron er in het bloed rond circuleert en dus hoe minder testosteron er in aanraking komt met de receptoren van de doelcellen van testosteron.
– Hoe meer glutaminemoleculen er aan een dergelijke receptor gebonden zijn, hoe minder gevoelig deze receptor wordt om vrij testosteron op te nemen en hoe minder testosteron zijn werk kan doen in de cellen (omdat het dus minder wordt toegelaten).
– Hoe minder er sprake is van insulineresistentie, hoe minder testosteron wordt aangemaakt door de eierstokken. Een hogere gevoeligheid voor insuline resulteert in normalere testosteronwaardes.

Volgende keer ga ik in op de wisselwerking tussen testosteron en andere geslachtshormonen én wat je zelf kan doen om het effect van testosteron bij jou te verminderen.

Deel dit artikel:

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor mijn e-maillijst.

make up pcos

Welke make-up gebruik ik als ik PCOS heb?

Misschien iets waar je niet gelijk aan denkt, maar PCOS en make-up (en andere cosmetica) hebben wel degelijk met elkaar te maken.

Enerzijds vanuit de kant van de gevolgen van PCOS: één van de mogelijke symptomen is een onzuivere huid. Ik ben ook flink getrakteerd op puisten en oneffenheden vanaf mijn 15e levensjaar en nog steeds is mijn huid gevoelig. Daarnaast heb ik littekens en grove poriën uit mijn hardcore puistentijd. Soms best fijn om dit te kunnen verdekken en in ieder geval prettig om er goed voor te zorgen.

Anderzijds vanuit de kant van de oorzaken van PCOS: make-up en andere cosmetica of verzorgingsproducten kunnen je klachten verergeren, je huid neemt namelijk stoffen op (denk maar eens aan de werking van een nicotinepleister).  Door make-up te kiezen zonder schadelijke stoffen breng je hormonen meer in balans.

Er zijn een aantal factoren die de opname van stoffen door de huid beïnvloeden:

  1. De hoornlaag van de huid bestaat nauwelijks uit water. Stoffen die door vetten worden opgenomen dringen makkelijker door de huid.
  2. De mate van huid-verwekers in het product; hoe meer zeepachtige stoffen er in het product zitten, hoe makkelijker het in de huid trekt. Zeep lost vet op, waardoor wateroplosbare stoffen makkelijker doorgelaten worden.
  3. Het afdekken van de huid; hierdoor weekt de huid o.a. door haar eigen vocht en neemt het makkelijker stoffen op.
  4. Conditie van de huid; een beschadigde, dunne, oude, hele jonge of ongezonde huid is beter doordringbaar(bijvoorbeeld ook bij puistjes).
  5. Vorm van het product; een product in olievorm wordt makkelijker opgenomen door de aanwezige vetten.

WELKE STOFFEN KAN IK HET BESTE MIJDEN?

  1. Parabenen

Parabenen verlengen de houdbaarheid van het product en heeft invloed op het behoud van kleur en structuur. Vermijd de E-nummers E214, E215, E216, E217, E218, E219, E319, E320, E321 of de namen methyl, ethyl, propyl, butyl, BHA en BHT (laatste twee zijn ook in kleine hoeveelheden bewezen verstoorders).

  1. Minerale oliën en petroleum derivaten

Deze stoffen trekken het vocht uit je huid. Het afvoeren van afvalstoffen wordt hierdoor moeilijker en de kans op puistjes en verstopte porïen vergroot.
Vermijd petrolatum, vaseline, paraffinum-liquidum, paraffinum-subliquidum cera microcristallina (hart-paraffine), microcrystalline wax, mineral oil, ozokerit, ceresin, C 11-12 of C 13-14 isoparaffin.

  1. Kunstmatige geurstoffen

Denk hierbij aan de namen parfum, perfume, parfummix, fragrance, peru balsem of balsam peru.

  1. Vermijd ook de chemische stoffen propyleenglycol of propaan- 1,2-diol (E1520), Lanoline (E913), SLS Ftalaten en 4-Methylbenzylidene.

Hormoonverstorende chemicaliën zijn qua structuur gelijkaardig aan natuurlijke geslachtshormonen als oestrogeen(xeno-oestrogenen), waardoor de functie ervan verstoord wordt. Vrouwen met PCOS hebben vaak al last van oestrogeendominantie, dus het is niet wenselijk dat dit ook door cosmetica versterkt wordt.

SIMPELE TIPS    

Wat mij erg helpt bij de keuze van mijn cosmetica is om voor merken te gaan die biologisch en vegan zijn. Dit zijn vaak al merken die geen schadelijke stoffen bevatten.
Toch is het opletten geblazen; niet alle merken komen na wat ze beweren. Een keurmerk zegt niet alles. ‘Rank a brand’ heeft in 2016 onafhankelijk onderzoek gedaan naar verschillende merken die op de mark zijn. Als je dit onderzoek wilt ontvangen, stuur mij dan even een mailtje.

Vanuit dit onderzoek zijn er een aantal merken naar voren gekomen die sowieso geen chemische stoffen bevatten:

  • Weleda
  • Dr Hauschka
  • Logona
  • Santé
  • Botanique
  • Lavera
  • Living Nature
  • Zao

Hoewel deze merken het beste scoren van de door hun onderzochte groep, was het evengoed nog niet optimaal met betrekking tot de andere aandachtspunten.

Ik heb mijn persoonlijke onderzoek voortgezet en ben uit gekomen op het volgende merk: Inika.
Dit merk is vegan, dierproefvrij, bevat geen schadelijke chemicaliën en is halal.

In de video deel ik mijn ervaring met de foundation, waar ik erg tevreden over ben(op moment van schrijven juni 2018, maar januari 2019 is dit nog steeds mijn meest favoriete foundation).

Check jouw producten in ieder geval op bovenstaande ingrediënten, als je zeker wilt weten dat ze geen negatieve invloed hebben op jouw hormonale balans.

Deel dit artikel:

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor mijn e-maillijst.