Blog 19 foto

Hoe werken jouw hormonen samen? Deel 2

Op internet is verspreid informatie te vinden over de gevolgen van PCOS, mogelijke behandelwijzen, ervaringen en symptomen. Maar, wat is nou de oorzaak? Wat loopt er bij de cyclus van een vrouw met PCOS anders? Welke hormonen zijn meer of minder aanwezig en wat voor effect heeft dat?

Blog 19 foto

PCOS kan vanuit drie wegen ontstaan:

  1. Erfelijkheid; PCOS of hormonale disbalansen zijn al aanwezig in de familie. De vrouw wordt geboren met DNA waarin de PCOS als het ware al in verstopt zit.
  2. Beïnvloeding tijdens de zwangerschap van de moeder. De embryo is tijdens het proces waarin haar follikels gevormd worden zeer gevoelig voor chemische stoffen voor buitenaf. Als de moeder hier op dat moment aan wordt bloot gesteld, kan dit PCOS veroorzaken.
  3. Omstandigheden na de geboorte, leefstijl- en omgeving gerelateerd. Denk hierbij aan voeding, beweging, verdere leefstijl, stress.

Alle drie de wegen leiden naar een hormonale disbalans dat PCOS genoemd wordt. Hoe deze disbalans exact ontstaat, is moeilijk te achterhalen. Er is al veel onderzoek naar gedaan, maar er is nog geen eenduidige en heldere verklaring voor gevonden. Wel is duidelijk dat wanneer er sprake van erfelijkheid is, de uiting van deze genetische symptomen afhankelijk kan zijn van de omstandigheden ná de geboorte (zoals bij bijvoorbeeld schizofrenie ook het geval kan zijn).

Onderzoek laat wel zien dat vrouwen met PCOS veelal verhoogde LH gevoeligheid van de eierstokken kan hebben. Dit speelt mee bij het ontstaan van het syndroom. Deze gevoeligheid verstoord het normale proces en zet schommelingen extra aan. Insuline heeft invloed op deze gevoeligheid – insulineresistentie lijkt LH overgevoeligheid in de hand te werken(1). Het is dus interessant insulineresistentie tegen te gaan om dit proces te minimaliseren.

Echter, wat gebeurt er dan precies?

Het probleem heeft te maken met de balans tussen progesteron, oestrogeen, LH en FSH. Hoe dit hoort te verlopen, heb ik in deel 1 uitgelegd.

Vrouwen met PCOS hebben veelal te maken met oestrogeendominantie. Of dit een oorzaak of een gevolg is van PCOS, is feitelijk niet duidelijk. Het zou een gevolg kunnen zijn van de LH gevoeligheid of hogere LH waardes die vaak bij vrouwen met PCOS worden gezien. Dit betekent indirect dat gedurende de hele cyclus, er teveel oestrogeen aanwezig is of de verhouding tussen oestrogeen en progesteron uit balans is(2).

Aan het begin van de cyclus is het belangrijk dat de rol van FSH vervult wordt. FSH stimuleert een follikel om ‘de overhand te nemen’ en vervolgens onder invloed van LH verder te rijpen. Als er echter te vroeg teveel LH gesignaleerd wordt door de eierstokken, is de follikel nog niet klaar voor dit proces. De waardes LH en FSH sluiten hier al niet goed op elkaar aan.

Dit kan als gevolg hebben dat de follikel niet op de goede manier verder rijpt. LH, FSH en oestrogeen vinden samen geen balans en er ontstaat geen eisprong. Hierdoor blijven de oestrogeenwaardes hoog, wat een volgende eisprong moeilijk maakt.

Begrijp je het nog? Ik vond het best lastig dit echt te snappen.

In een gezond cyclus stimuleert de groei van het follikel de aanmaak van oestrogeen. De toegenomen hoeveelheid oestrogeen remt vervolgens echter de aanmaak van FSH, maar niet volledig. De rijping zet evengoed langzaam door vanwege de aanwezigheid van LH en lage waardes van FSH. De hoeveelheid oestrogeen neemt hierdoor toe, tot een kantelpunt ontstaat – bij een bepaalde waarde van oestrogeen werkt dit ineens stimulerend voor de aanmaak van FSH en vooral LH en ontstaat een stroomversnelling naar de rijping toe.
In dit proces is het echter belangrijk dat de hoeveelheid oestrogeen en LH in het bloed past bij het stadium van rijping van de follikel.

Bij PCOS is de hoeveelheid LH en oestrogeen te hoog en klopt dit niet met de staat van rijping met de follikel. Het is als het ware nog niet klaar om de stroomversnelling in te gaan.
Het lichaam reageert: meer LH, meer oestrogeen.. maar doordat de verhoudingen niet kloppen, komt er geen eisprong. En hierdoor ook geen geel lichaam,  geen verhoging van progesteron en door het ontbreken van het gele lichaam ook geen afsterven van het gele lichaam en de gesprongen eicel natuurlijk. Dus; ook geen daling van oestrogeen.
De onrijpe follikel blijft als het ware ‘hangen’ en vormt een cyste in de eierstok.

Dit proces herhaalt zich ook met volgende follikels en lijkt een vicieuze cirkel. Het resultaat hiervan is vaak de vele cysten in de eierstokken; het typische en veel voorkomende symptoom van PCOS (maar let op; dit is niet bij 100% van de vrouwen met PCOS zo).

Deze disbalans zorgt er vervolgens ook voor dat de hoeveelheid testosteron in het bloed gaat stijgen. De rol en invloed van (teveel) testosteron zal ik in een volgende blog beschrijven, om het behapbaarder te houden.

Het kan positieve invloed hebben om LH en oestrogeenwaardes te verlagen om dit proces een halt toe te roepen. Hoewel het vrouwelijk lichaam met PCOS wellicht gevoelig is voor deze disbalans, kunnen aanpassingen in leefstijl dit positief beïnvloeden.
(Een van die leefstijlaanpassingen is meer vitamine D – dus geniet van de zon dit weekend!)

Bronnen:

  1. Poretsky, L., Cataldo, N.A., Rosenwaks, Z. & Giudice, L.C. 1999. The Insulin Related Ovarian Regulatory System in Health and Disease. Endocrine reviews. 20(4): 535-582.
  2. Francien Bouw, Femke Prins, Polycysteus ovarium syndroom (PCOS): de rol van insuline, 2016

Deel dit artikel:

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor mijn e-maillijst.

blog 17 foto cyclus

Hoe werken jouw hormonen samen? Deel 1

PCOS leidt tot een hormonale disbalans – dat is ons allemaal bekend. Er komen vele symptomen, behandelwijzen en klachten bij kijken. Maar; hoe werken hormonen nou precies samen?

Om dit te gaan begrijpen start ik vandaag met een artikel waarin ik terug ga naar de basis. Ik zal namelijk ingaan op de algemene – en dus gezonde – werking van het menstruatiecyclys.
Want als je weet wat een gezonde hormoonbalans inhoud, kan je ook meer begrijpen van een disbalans.

blog 17 foto cyclus

De cyclus en hormonen van een vrouw

Het hormonale cyclus van een vrouw wordt geregeld door een aantal organen.
De hypothalamus: een (endorfine) hormoonklier die hormonen afgeeft via het bloed.
De hypofyse: ook een hormoonklier die hormonen afgeeft via het bloed.
Het geslachtsorgaan: bestaande uit de eierstokken, eileiders, baarmoeder en vagina. Belangrijk hierin zijn de eierstokken, die in een bepaald stadium van het cyclus ook hormonen gaan afgeven en dus invloed hebben op het verloop van de gehele cyclus.

Voor een beter begrip is het belangrijk om te beseffen dat de hypothalamus, hypofyse en eierstokken dus de spil zijn van het gehele menstruatiecyclus van een vrouw. De eierstokken zijn dus ook een soort klier doordat ze hormonen afgeven. De baarmoeder, eileiders en vagina hebben geen invloed maar staan in dienst van het functioneren van de klieren.

De hypothalamus scheidt onder andere GnRH af dat via het bloed terecht komt bij de hypofyse. GnRH staat voor Gonadotropin-Releasing Hormone en deze naam zegt al wat het doet; het is een hormoon dat er voor zorgt dat gonadotrofines vrijkomen. Gonadotrofines  is een verzamelnaam voor de hormonen LH en FSH. De hypofyse maakt deze hormonen aan. Deze hormonen gaan via het bloed naar de eierstokken waarin de follikels zich bevinden. De follikels zijn gevoelig voor FSH en LH en zijn de doelwitcellen voor deze hormonen.

FSH staat voor Follikel Stimulerend Hormoon en zorgt dat het blaasje (follikel) groeit waarin het eitje zit.
LH staat voor Luteïniserend Hormoon en zorgt ervoor dat de eisprong optreed als het blaasje volgroeid is.

Hoe verloopt een gezond menstruatiecyclus?

Dag 1 van de menstruatiecyclus is de dag waarop je menstruatie start. Op dit moment wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten en ontstaat een bloeding. Dit duurt tot dag vier of vijf.

Vanaf dag 5 groeit de follikel. De GnRH uit de hypothalamus zet de hypofyse aan tot de afgifte van lage waarden van FSH en LH. De follikel wordt hierdoor gematigd gestimuleerd en gaat als reactie uit meerdere cellen ontstaan. Het groeit langzaam. Follikelcellen geven oestrogeen af; bij de toename van deze cellen door stimulatie van FSH en LH, neemt ook de hoeveelheid oestrogeen in het bloed toe. In de eerste periode van de cyclus zijn deze waardes, ondanks de toename, laag te noemen. Een lage concentratie oestrogeen heeft een remmend effect op hypofyse en hypothalamus. Hierdoor maakt de hypothalamus minder GnRH aan  en de hypofyse minder FSH. Door de vermindering van GnRH wordt de aanmaak van FSH ook via die weg verminderd. Op de afbeeldiing kan je zien dat zodra de  blauwe lijn stijgt (Estradiol staat voor oestrogeen), de rode lijn licht daalt (FSH).
Dus, in de loop van de cyclus wordt geleidelijk aan meer oestrogeen aangemaakt, dit heeft een remmend effect op de aanmaak van FSH. Daarnaast heeft oestrogeen een positief effect op de baarmoederwand, die wordt alsmaar dikker.

FSH waardes blijven redelijk gelijk en LH waardes nemen langzaam toe. Maar vanaf ongeveer dag 11 gebeurt er iets opmerkelijks. Er komt een stijging in de hoeveelheid oestrogeen door de aanhoudende groei van het follikel. Waar de lage waardes oestrogeen een remmende werking hebben op de hypothalamus en de hypofyse, hebben hoge oestrogeenwaardes juist een stimulerende werking. Er is hier sprake van een kantelpunt. Hierdoor neemt de FSH en (vooral) de LH hoeveelheid ook ineens toe, waardoor de follikel een groeispurt maakt, hierdoor weer extra oestrogeen aanmaakt en dit proces in korte tijd doorzet totdat één follikel rijp is en een ovulatie ofwel eisprong plaats vindt.  Vooral de LH piek heeft grote invloed hierop. De follikel is opengebarsten en laat de rijpe eicel los in de lichaamsvloeistof rondom de eierstok waar zij in de eitrechter belandt en haar reis vervolgt door de eileiders. Dit gebeurt ongeveer op dag 14 en heet de ovulatie. Het lege omhulsel wat achterblijft van de follikel in de eierstokken wordt het geel lichaam genoemd.

Het gele lichaam is nog steeds een hormoonklier, zoals de follikel ook was, en kan naast oestrogeen ook progesteron maken.
Door de eisprong daalt de hoeveelheid oestrogeen flink in het bloed door de afwezigheid van het follikel. Het achter gebleven gele lichaam groeit tot ongeveer dag 20 en gaat progesteron en kleine hoeveelheden oestrogeen produceren. Deze lage oestrogeenwaardes remmen net als aan het begin van de cyclus de hypothalamus en hypofyse, waardoor FSH en LH waardes ook sterk afnemen. Hiernaast heeft de progesteron dat door het gele lichaam wordt afgegeven ook een remmende werking op de klieren. Er wordt hierdoor geen nieuwe follikel gestimuleerd in de periode na de eisprong en de baarmoederwand blijft verdikken. Dit maakt de baarmoederwand klaar voor innesteling als de eicel bevrucht wordt.

Het gele lichaam gaat langzaam ten onder en kan niet blijven bestaan als de eicel niet bevrucht raakt. Dit gebeurt vanaf dag 21. Hierdoor neemt de oestrogeen en progesteron af in de loop van de tijd en wordt de remming van de hypofyse en hypothalamus opgeheven. Het opgebouwde baarmoederslijmvlies, die in stand wordt gehouden bij de aanwezigheid van progesteron, wordt door de afwezigheid hiervan samen met de afgestorven eicel afgestoten door middel van een menstruatie. Dit gebeurt na ongeveer dag 28. Vanaf de eerste dag van de menstruatie verloopt de cyclus weer van voor af aan.

Deel dit artikel:

Blijf op de hoogte. Meld je aan voor mijn e-maillijst.